De grenzen van de wereld werden harder
jij woont daar, dus blijft daar ook
iedereen in zijn eigen huis
en daar zaten we:
thuis
het ‘thuis’ was niet hoe we het kende
‘thuis’, was zonder de volle straten op een zaterdag
zonder de koffie met de studenten die je toevallig tegenkomt in de gang
zonder favoriet café
thuis was geïsoleerd in een huis
en plots best wel alleen
er kwamen pijlen op de straat
van welke kant je wel en welke kant je niet kon gaan
en dat mocht niet meer hand in hand
het samenzijn verboden
we moesten ‘thuis’ alleen doorstaan
de grenzen werden harder
letterlijk, met rood-wit afzetlint
toch vervaagde ook de grenzen
met de vlagen van de wind
de pleinen gingen voor even niet om kopen
de auto’s schoten minder door de stad
de trams sneden straten niet aan stukken
de ruimte werd echt van de stad
de deuren gingen open
mensen aten op hun stoep
ze gaven om de buren
een gemeende glimlach
naar een vreemden op de hoek
de grenzen werden harder
maar vervaagde toch vooral
De trambaan werd een hardloopbaan
de pleinen werden spellen met een bal
we merkte wat echt dierbaar is
de mensen en de ruimte daaromheen
dat snel en meer en groter, soms heel fijn klinkt
maar voor de zon verdween
toen thuis alleen in huis was
en alles even stilstond
natuurlijk raast alles straks weer door
komt de economie weer op de eerste plek
schieten auto’s door de stad
en krijgen we weer trek
in verre reizen naar vreemde landen
zoomen we allemaal weer in
op onze eigen taken
onze eigen kleine steentjes
toch moeten we blijven bewaren hoe deze tijd voelde
hoe belangrijk het is dat de stad van de mensen is
hoe belangrijk het is dat de mensen er zijn voor de mensen
dat gaat grenzen voorbij