Mannen die hun vrouwtje kunnen staan | Stylos Column

Mannen die hun vrouwtje kunnen staan

“En wat studeer jij nu, Yael?”
“Bouwkunde in Delft.”
“Oh, wel in een mannenwereld zeker.”

Zo gingen vaak de gesprekken met oudtantes en -ooms op verjaardagsfeestjes van mijn oma. Ik wist nooit zo goed hoe ik hierop moest reageren. Vaak antwoordde ik fier: “Nou, dat valt wel mee hoor! Bouwkunde heeft een 50/50 vrouw/man verhouding.”. Maar naast trots te zijn op de 50/50 verhouding, was ik ook altijd een beetje teleurgesteld. Dat het, na 116 jaar vrouwen binnen de TU Delft1, nog steeds niet vanzelfsprekend is dat ik in 2020 Bouwkunde studeer.

In Nederland is 23% van de 11.350 architecten vrouw2. En slechts 3% van de honderd meest toonaangevende architectenbureaus ter wereld wordt geleid door een vrouw3. Deze cijfers passen niet bij de cijfers binnen Bouwkunde. In 10 jaar is het percentage vrouwelijke Bouwkunde studenten van 33% (2008) naar 50% (2018) gestegen4. Ook is het aantal vrouwelijke hoogleraren, vast in dienst binnen Bouwkunde, van 7% (2010) naar 38% (2018) gegaan5. Je zou zeggen dat de verhouding vrouw/man op de universiteit zich doorwerkt op de werkvloer. Hoe kan het dan dat dit nog niet het geval is?

In mijn derde jaar heb ik stage gelopen bij Dok architecten. Een architectenbureau met een vrouw aan het hoofd, Liesbeth van der Pol. Ik vond het erg inspirerend om een vrouw in een leidinggevende rol te zien; om te zien hoe krachtig zij dit bureau leidt. In een interview met A.ZINE geeft Liesbeth antwoord op de vraag waarom vrouwen achter blijven ten opzichte van mannen in de architectenwereld: “Vrouwen hebben dikwijls een enorm gebrek aan zelfvertrouwen.”6

Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit herken. Twijfelen over je eigen kunnen, te voorzichtig zijn, geen fouten willen maken, alleen solliciteren als je alles van de baanomschrijving kan… Nu zou het natuurlijk makkelijk zijn om dit gebrek aan zelfvertrouwen af te schuiven op mijn oudtantes en -ooms, die vol verbazing kijken naar hun kleindochter op een technische universiteit. Maar ik denk dat ik hun verbazing beter kan omzetten in iets positiefs. De verbazing van twee generaties terug houdt mij scherp. Het laat zien waar vrouwen voor mij voor hebben gestreden. En nu, twee generaties later, merk ik tijdens familiefeestjes dat deze strijd nog gaande is. Het maakt mij trots hier onderdeel van te kunnen zijn en houdt mij scherp opdat wij dit door moeten zetten. Dát geeft mij motivatie om harder te werken. Om ambitieuzer te worden en twijfels te overwinnen.

Enfin, het is 2020 en nog niet vanzelfsprekend dat vrouwen in Delft studeren. Toch zijn de cijfers veelbelovend en kijk ik uit naar de vrouw/man/anders verdeling over 20 jaar. Wie weet breekt er een tijdperk aan waar mannen hun “vrouwtje kunnen staan”. Ik zal in ieder geval er later niet van opkijken als mijn kleinzoon voor een carrière als crècheleider gaat. 

 

Bronnen:

1. Maria Elisabeth Bes studeerde als eerste vrouw in 1904 af aan de Polytechnische School https://nl.wikipedia.org/wiki/Maria_Elisabeth_Bes

2. Percentages vrouw/man Bouwkunde studenten, tussen 2008 en 2018 https://www.tudelft.nl/over-tu-delft/feiten-en-cijfers/onderwijs/studentenpopulatie/

3. Percentage FTE vrouw/man Bouwkunde hoogleraren, tussen 2010 en 2018 https://www.tudelft.nl/over-tu-delft/feiten-en-cijfers/personeel/

4. Tabel - Kenmerken van architecten, 2018 https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/47/kenmerken-van-architecten-2018

5. Gender diversiteit bij de honderd meest toonaangevende architectenbureaus ter wereld, 2017 https://www.dezeen.com/2017/11/16/survey-leading-architecture-firms-reveals-shocking-lack-gender-diversity-senior-levels/

6. Interview met Liesbeth van der Pol door A.ZINE, 2020 https://a-zine.nl/2020/06/10/architectuur-moet-karakter-hebben/